VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Allianz mag letselschade fysiotherapeut niet volledig verrekenen met AOV

Geplaatst op: 27-11-2018, 12:25:31

Een zelfstandig werkend fysiotherapeut kreeg na een ongeval een letselschadevergoeding van Allianz. Omdat ze zelf ook een arbeidsongeschiktheidsverzekering had, wilde Allianz alleen haar AOV-uitkering aanvullen tot de hoogte van haar oude inkomen. Het leidde tot een rechtszaak waarin de rechter zich diende te buigen over de vraag of verrekening van de letselschadevergoeding redelijk is. Tegen de jurisprudentie in koos de rechtbank Rotterdam voor een gedeelde verrekening.

Op 28 december 2015 spande een bergingsbedrijf een kabel over de weg om daarmee een gestrand bestelbusje uit het zand te trekken. De fysiotherapeut fietste tegen de kabel en raakte daardoor voor bijna drie jaar arbeidsongeschikt. De vrouw beschikte sinds 1987 over een Reaal-AOV met een uitkering van maximaal 100 gulden per dag. Volgens de fysiotherapeut betrof dit een sommenverzekering die niets te maken heeft met Allianz of het ongeval.

Allianz is de verzekeraar van het bergingsbedrijf en beschouwt de AOV van het slachtoffer als een schadeverzekering. Een extra vergoeding om het gederfde inkomen te compenseren zou volgens de verzekeraar indruisen tegen het indemniteitsbeginsel.

Sommenverzekering

De rechter oordeelde om te beginnen dat de AOV ‘in overwegende mate’ een sommenverzekering is. De vrouw krijgt de uitkering vanwege feit dat zij arbeidsongeschikt is, niet omdat ze een ongeval heeft gehad. Er is bovendien geen enkele relatie tussen de hoogte van de uitkering en het inkomen van de vrouw. De enige variatie in hoogte wordt gemaakt op basis van de mate van arbeidsongeschiktheid. Dat betekent volgens de rechtbank echter niet automatisch dat er geen verrekening kan plaatsvinden.

De rechter heeft de ruimte om zelf die beslissing te maken op basis van redelijkheid. Om die beoordeling te kunnen doen stelt de rechtbank zich de volgende zes vragen:

  1. Strekt de AOV ter dekking van dezelfde schade als die waarvoor Allianz aansprakelijkheid heeft erkend?
  2. Betreft de AOV een schade- of sommenverzekering?
  3. Brengt onder de gegeven omstandigheden het feit dat de AOV door [slachtoffer] zelf is afgesloten met zich mee dat verrekening is uitgesloten? Zo ja, dan komt deze in beginsel niet voor verrekening in aanmerking.
  4. Zijn de premies voor de te verrekenen AOV door de aansprakelijke persoon voldaan? Zo ja, dan komt de AOV in beginsel wel voor verrekening in aanmerking.
  5. Dient aan de omstandigheid dat de aansprakelijkheid is gedekt door Allianz doorslaggevend gewicht te worden toegekend? Verrekening van een uitkering uit een sommenverzekering zal in het algemeen niet in overeenstemming zijn met de redelijkheid als de aansprakelijkheid gedekt is door een verzekering.
  6. Brengt de aard van de aansprakelijkheid en de mate van verwijtbaarheid met zich mee dat verrekening van het voordeel redelijk is? Voor verrekening bestaat in het algemeen eerder aanleiding indien sprake is van een risicoaansprakelijkheid dan wanneer de aansprakelijkheid is gebaseerd op schuld.

Niet redelijk

Over punt B en D bestaat duidelijkheid, de AOV is voornamelijk een sommenverzekering en de premie is nooit door Allianz voldaan. De overige punten worden nader besproken. In het vonnis schrijft de rechter: “De omstandigheid dat de aansprakelijkheid via een WAM-verzekering is gedekt brengt op grond van punt E met zich mee, dat verrekening in beginsel niet redelijk te noemen is. Ook de keuze van [slachtoffer] om in 1987 voor een AOV te kiezen valt als een privéaangelegenheid te zien en is dus niet iets dat een andere (aansprakelijke) partij aangaat (punt C). Verder biedt de AOV voor Reaal geen grondslag om regres op een aansprakelijke persoon te kunnen plegen. Toetsing van deze gezichtspunten brengt dan ook mee dat het in beginsel niet redelijk is om de uitkeringen van de AOV te verrekenen”, aldus het vonnis.

Verlies verdienvermogen

De rechter vond echter dat er ook gegronde argumenten zijn om de AOV wél te verrekenen. “De AOV van [slachtoffer] voorziet bij arbeidsongeschiktheid in een periodieke (dus niet eenmalige) uitkering van een vooraf vastgesteld bedrag. [Slachtoffer] heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat de reden om in 1987 de AOV af te sluiten voor haar was gelegen in het feit dat in het geval van arbeidsongeschiktheid haar belangrijkste doorlopende kosten zouden worden vergoed […]. Met een bedrag van fl. 100,- zou hierin kunnen worden voorzien. De betalingen die Allianz in het kader van de schaderegeling heeft gedaan zien onder meer op het verlies aan verdienvermogen.”

Volgens de rechtbank is het daarom aannemelijk dat de uitkering van zowel Reaal als Allianz hetzelfde doel dienen: vergoeding van inkomensderving. “Dat [slachtoffer] de AOV-uitkeringen feitelijk heeft aangewend om haar nieuwe fysiopraktijk op te starten maakt dit niet anders. Als de derving van inkomen tweemaal zou worden vergoed dan zou [slachtoffer] zonder verrekening in een voordeligere positie kunnen komen, hetgeen in strijd zou kunnen zijn met het indemniteitsbeginsel.”

Evenwicht

De rechter vond dat de argumenten voor en tegen verrekening in evenwicht met elkaar zijn. “Alhoewel de AOV in overwegende mate een sommenverzekering is die een privéaangelegenheid van [slachtoffer] is geweest en Allianz dus niets aangaat – hetgeen niet voor verrekening pleit – kan de rechtbank er niet aan voorbijgaan dat de betrokken sommenverzekering feitelijk ook voorziet in een compensatie voor inkomstenderving.”

Volgens de rechtbank wordt in vergelijkbare zaken altijd voor een alles-of-niets-benadering gekozen. In dit geval kiest de rechter voor een 50/50 oplossing: de AOV-uitkering van Reaal mag Allianz voor de helft verrekenen met de eigen letselschadevergoeding.

Gedeelde premie

De fysiotherapeut stelde dat áls Allianz haar uitkering mocht verrekenen met de schadevergoeding, Allianz ook de AOV-premie vanaf 1987 diende te dragen. De rechter ging daar ten dele in mee. “Omdat Allianz voor 50% profijt heeft van de AOV die [slachtoffer] heeft afgesloten, acht de rechtbank het redelijk […] de premiebedragen, eveneens voor 50%, af te trekken vanaf het moment waarin het risico zich heeft verwezenlijkt tot aan het moment dat [slachtoffer] volledig hersteld is verklaard.”

Brug te ver

Het vergoeden van de premie over de complete periode van 1987 tot en met 2015 was voor de rechtbank een brug te ver. De hoogte van de uitkering is niet afhankelijk van het aantal verzekerde jaren. Omdat Reaal het risico al deze jaren afgedekt heeft en de vrouw bovendien meerdere malen een beroep heeft gedaan op de dekking, achtte de rechter het niet redelijk om Allianz de complete premie te laten betalen.

Bron: bijdrage van Bart van de Laak van 27 november 2018 op www.amweb.nl  

Vorige pagina